Een buurvrouw heeft de laatste tijd wat kopzorgen over haar 15-jarige zoon. Hij was altijd een heel open en eerlijk joch, maar sinds hij naar een nieuwe school is gegaan heeft ze het gevoel dat hij dingen voor haar achterhoudt. Hij heeft een groep nieuwe vrienden opgedaan waar hij veel tijd mee doorbrengt na schooltijd. Laatst zag ik hem met die vrienden verderop in de buurt, in een park. Ze stonden te geinen bij een paar bosjes, waar ze om de beurt hun broek uittrokken om voorbijgangers te ‘moonen’. Ik kende mijn buurjongen er niet in terug. Had de buurvrouw deze vriendschappen kunnen voorkomen? En hoe kan ze hier nu het best mee omgaan?
Strategieën voor het sturen van vriendschapsselectie
Hoe kun je als ouder voorkomen dat je kind omgaat met vrienden die een slechte invloed hebben? Hier is ontzettend veel onderzoek naar gedaan. Ongetwijfeld omdat wetenschappers zelf ook puberkinderen hebben en zich dit soort dingen afvragen. Daarmee zijn verschillende ‘peer management’ technieken geïdentificeerd:
- Door keuzes te maken over waar het gezin woont (stad vs. platte land, en in welke buurt) en naar welke school kinderen gaan, maken ouders een generieke (maar wel belangrijke) voorselectie in de potentiele vrienden waaruit jongeren kunnen kiezen. Zo weten we bijvoorbeeld dat jongeren uit buurten waar meer sociale controle is minder vaak vriendschappen sluiten met delinquente leeftijdsgenoten.
- Ook door toezicht te houden op waar en met wie jongeren hun tijd doorbrengen beperken ouders het risico dat jongeren delinquente vrienden opdoen. Dit werkt het best door met warmte en belangstelling te blijven vragen naar wat jongeren bezighoudt en wat ze die dag (of die week) hebben gedaan. Als de ouder-kind relatie minder goed is (bijvoorbeeld als jongeren minder acceptatie en liefde ervaren van hun ouders), dan worden dit soort vragen echter als controlerend ervaren. Dan kan het zelfs een averechts effect hebben: Jongeren gaan rebelleren en types uitzoeken die hun ouders zouden afkeuren (het Romeo en Julia effect).
- Al van jongs af aan kunnen ouders vriendschappen van hun kinderen sturen door subtiel goedkeuring of afkeuring te laten blijken over leeftijdsgenootjes. Een ouder kan zich bijvoorbeeld lovend uitlaten over een gewenst vriendje, of juist opmerken dat het “niet zo netjes was van klasgenootje x om dat te doen/zeggen”. Een minder subtiele aanpak is om bepaalde vriendschappen expliciet te ontmoedigen, bijvoorbeeld door niet toe te staan dat een jongere bij een bepaald vriendje gaat logeren. Op dezelfde manier kunnen ouders gewenste vriendschappen aanmoedigen: “Waarom vraag je die en die niet een keer te eten?”
Houdt de dialoog open
Maar hoe zit het nou voor ouders die NU te maken hebben met een dergelijke situatie? Voor wie het sturen van de vriendschapsselectie eigenlijk te laat is? Het is daarbij vooral belangrijk om de dialoog open te houden. Vanuit de wetenschap komen hierover de volgende tips:
- Houdt open gesprekken met jongeren over problemen en conflicten die ze ervaren met leeftijdsgenoten. Bij welke vrienden kunnen ze hun verhaal kwijt, en wie luisteren er juist minder goed? Zijn er vrienden (of klasgenoten) die wel eens over hun grenzen gaan of door wie ze zich niet gerespecteerd voelen? Voelen ze zich wel eens onder druk gezet om dingen te doen die ze niet willen? Waarom doen ze dat dan toch? (Of waarom doen ze dat juist niet?)
- Houdt open gesprekken met jongeren over criminaliteit, middelengebruik, en ander regel overtredend gedrag. Jongeren zijn in een levensfase waarin ze regels aan het verkennen zijn: Waar willen ze zich aan houden, en welke regels vinden ze onzin? Het kan helpen om duidelijk met ze te bespreken welke negatieve gevolgen er kunnen zitten aan bijvoorbeeld criminaliteit, voor henzelf (problemen met politie en justitie, schuldgevoelens), maar ook voor anderen: wat doet het met de winkelier van wie de jongere heeft gestolen of met de mensen/de gemeente die moeten opdraaien voor herstelkosten van vandalisme? Wat zijn de gevaren van illegaal vuurwerk voor kinderen die dit oprapen? Jongeren kunnen dit soort gevolgen niet altijd goed zelf bedenken. Als een vriendje iets voorstelt, dan gaan ze er makkelijk in mee.
- Door jongeren te betrekken bij de keuzes die worden gemaakt in het gezin (zoals over vakantiebestemmingen of regels over bedtijden), naar hun mening te luisteren en deze te waarderen (ook als de mening anders is dan die van de ouders) en door jongeren verantwoordelijkheden te geven groeien ze op tot onafhankelijke individuen. Deze onafhankelijkheid zal hen helpen bij het weerstand bieden aan ongewenste groepsdruk.
- Meer algemeen: Als een jongere ruzie heeft met een vriend of vriendin, dan kan dat een mooie aanleiding zijn voor een gesprek over sociale vaardigheden: wanneer moet een jongere op zijn of haar strepen staan, en wanneer juist open zijn voor een compromis? Het meedenken over dit soort problemen kan de ouder-kind relatie versterken. Bovendien signaleert het naar de jongere dat hij of zij met problemen terecht kan bij de ouder, die dan niet meteen boos of oordelend reageert.
Dit zijn mooie tips in theorie, maar de praktijk is natuurlijk een stuk weerbarstiger. De strategieën zullen werken bij sommige jongeren, maar niet bij anderen. Of ze werken in een bepaalde situatie, maar op een ander moment niet.
Om hier meer zicht op te krijgen ga ik de komende periode interviews houden met ouders van jongeren die in aanraking zijn gekomen met politie en justitie. Wat voor strategieën hebben zij in het verleden (succesvol en onsuccesvol) toegepast? Wat gebeurt er met de ouder-kind relatie op het moment dat een jongere ernstig over de schreef is gegaan? To be continued!
Evelien Hoeben, onderzoeker NSCR
Deze blog verscheen eerder op www.evelienhoeben.com.
Meer weten?
Brown, B.B., & Bakken, J.B. (2011). Parenting and peer relationships: Reinvigorating research on family-peer linkages in adolescence. Journal of Research on Adolescence, 21(1): 153-165.
Ladd, G.E., & Parke, R.D. (2021). Themes and theories revisited: Perspectives on processes in family-peer relationships. Children, 8(507): 1-26.
Mounts, N.S. (2000). Parental management of adolescent peer relationships: What are its effect on friend selection? In Family and peers: Linking two social worlds, p.169-193. Praeger Publishers/Greenwood Publishing Group.
Padilla-Walker, L.M. (2006). “Peers I can monitor, it’s media that really worries me!” Parental cognitions as predictors of proactive parental strategy choice. Journal of Adolescent Research, 21(1): 56-82.