Achter de schermen van de criminologie & rechtshandhaving

Work in progress: opsporingswerk in legoblokjes

Wanneer je een kijkje neemt binnen de Evidence-based Policing onderzoeksgroep van het NSCR passeren een hoop onderwerpen de revue. Denk aan onderzoek naar de training van politieagenten, de-escalatie door agenten op straat, het gebruik van bodycam-beelden of het modelleren van noodhulpritten van de politie (zie blogpost Tim Verlaan). Maar twee onderzoeksonderwerpen die je niet vaak tegenkomt zijn de opsporing en legoblokjes. Zeker niet in dezelfde zin.

Toch wordt ook dit onderzocht in onze onderzoeksgroep. Samen met het Bureau Impact Analyse (BIA) van de Nationale Politie reizen we af naar verschillende basisteams en districten om hen aan het bouwen te zetten. Niet alleen omdat lego ook leuk is voor volwassenen, maar vooral om meer te leren over wat er gebeurt binnen een opsporingsonderzoek.

Politie-onderzoek is op zichzelf al een bescheiden vakgebied binnen de sociale wetenschappen, maar wetenschappelijk onderzoek naar de opsporing is nog zeldzamer. Wanneer je de literatuur induikt, blijkt dit niet alleen aan Nederland voorbehouden. Wereldwijd is wetenschappelijk onderzoek naar opsporing door de politie een relatief klein vakgebied dat zich vaak toespitst op één aspect van een opsporingsonderzoek, zoals het verdachtenverhoor. En zo gebeurt het dat anno 2024 een van de belangrijkste taken van de politie voor de wetenschap en het grotere publiek (groten)deels nog een ‘black box’ is. Er gaat iets in en er komt aan de andere kant iets uit, maar hoe en waarom dat zo gaat is lastig te duiden.

Wat gebeurt er nu precies zodra een aangifte of melding binnenkomt bij de recherche? Welke keuzes worden er gemaakt tijdens een opsporingsonderzoek en waarom? En verschilt dit ook tussen de opsporingsteams? Om beter antwoord te kunnen geven op deze vragen hebben we voor zowel de recherche bij het basisteam als voor de districtsrecherche een fictieve casus beschreven van een melding die representatief is voor de praktijk. Voor de basisteams is dit een verkeersincident, voor de districtsrecherche een gewapende overval. Aan de hand van de casusbeschrijving gaan ze bouwen aan hun opsporingsonderzoek. Ze beschikken over legoblokjes die staan voor unieke politieactiviteiten zoals het verhoren van een verdachte of het opvragen van camerabeelden. Maar ook de producten die zij aanmaken in het politiesysteem en overlegmomenten komen aan bod. We vragen simpelweg: Wat zouden jullie doen zodra deze melding binnen komt? Waar start je en wat doe je daarna? Zo bouwen zij met de bijbehorende legoblokjes een politiepad met reactieve activiteiten en opsporingsactiviteiten.

Omdat we het rechercheteam dat we bezoeken in tweeën splitsen tijdens het bouwen, kunnen we het eindresultaat niet alleen tussen verschillende teams vergelijken maar ook binnen een team. Nadat de twee gescheiden groepen klaar zijn met hun bouwwerk, vragen we hen bij elkaars werk te komen kijken. In de plenaire nabespreking worden ze bevraagd over de keuzes die ze hebben gemaakt en bespreken we verschillen en gelijkenissen met de andere groep. Daarnaast kunnen ze elkaar vragen stellen over het bouwproces.

We hopen dat de rechercheteams op deze manier niet alleen bijdragen aan ons onderzoek, maar ook zelf iets leren van hun collega’s. Het onderzoek ‘Bouwstenen van de opsporing’ is nog in volle gang, maar we hopen met de resultaten spoedig bij te dragen aan het ontmantelen van de ‘opsporings-black box’ en aan de opsporingspraktijk.

Meer weten over het onderzoek ‘Bouwstenen van de opsporing’? Neem contact op met Natascha de Leeuw, PhD bij het NSCR.

Plaats een reactie