In Nederland heeft de politie een geweldsmonopolie. Dit betekent dat de politie het recht heeft om geweld te gebruiken wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taken (artikel 7 Politiewet). Maar, agenten mogen geweldsmiddelen alleen inzetten als zij hierin getraind zijn. Daarom is het vereist dat alle politieagenten ten minste 32 uur per jaar besteden aan de Training van Integrale Beroepsvaardigheden (IBT), inclusief de verplichte toetsing schietvaardigheid, geweldsbeheersing en aanhoudings- en verdedigingsvaardigheden.
In de huidige IBT volgen agenten een generiek trainingsprogramma waarbij ze oefenen met een willekeurige groep agenten. Ze hebben weinig tot geen invloed op het trainingsprogramma, terwijl dit idealiter meer zou worden afgestemd op hun leerbehoeftes. Ook zouden leeractiviteiten in co-creatie met de operatie tot stand moeten komen, zodat de training zo goed mogelijk aansluit bij de dagelijkse beroepspraktijk en de behoeften van het team. Tegelijkertijd moet er rekening worden gehouden met landelijke thema’s die voor elk team relevant zijn, zoals omgaan met extreem geweld.
Er bestaat geen kant-en-klare aanpak om van een generiek trainingsprogramma een meer geïntegreerde trainingspraktijk op maat te maken. Daarom heeft de Nationale Politie bij verschillende politietrainingscentra in Nederland proeftuinen ingesteld, waar nieuwe ideeën, methodes en technologieën worden getest voordat ze op grote schaal worden toegepast. Binnen de IBT-proeftuinen wordt geëxperimenteerd met onder andere de planning, leeractiviteiten en de manier waarop trainingen worden aangeboden.
Om de proeftuinen systematisch te ontwikkelen en optimaal ervan te kunnen leren, wordt actieonderzoek toegepast. Onderzoekers van het NSCR werken hiervoor nauw samen met IBT-docenten en coördinatoren van drie IBT-proeftuinen. Wat actieonderzoek interessant maakt, is dat het onderzoek wordt uitgevoerd mét de politiepraktijk. Het draait niet alleen om het verkrijgen van nieuwe inzichten over de praktijk, maar ook om het toepassen van die inzichten voor praktische verbeteringen. Als onderzoekers hebben wij in dit project een gunstige positie, omdat we een extern perspectief bieden en tegelijkertijd maximaal gebruikmaken van de intern aanwezige kennis. Dit geeft ons de mogelijkheid om zowel kritisch te reflecteren op de praktijk als nauw samen te werken met de praktijkprofessionals en gezamenlijk verbeteringen te bewerkstelligen. Zo hebben we de unieke kans om te participeren in het hart van de politietrainingsorganisatie.
In het actieonderzoek nemen de IBT-docenten en coördinatoren hun eigen beroepspraktijk onder de loep. Wij onderzoekers ondersteunen deze praktijkprofessionals door ze systematisch verschillende actiecycli te laten doorlopen volgens de methodiek van Coghlan (2019). Tijdens elke actiecyclus wordt het meest prangende knelpunt aangepakt. Het actieonderzoek wordt onafhankelijk uitgevoerd, met veel aandacht voor de unieke context en de specifieke behoeftes. Zo werd in één van de proeftuinen bijvoorbeeld geconstateerd dat het belangrijk is om het team bewust te maken van het doel en de mogelijkheden van de proeftuin. Binnen deze proeftuin werd daarom een leerstructuur ontwikkeld, aangeduid als het ‘leerhuis’. Verschillende agenten van het basisteam zijn verbonden aan dit leerhuis en dragen de verantwoordelijkheid voor het ophalen van leervragen uit het basisteam. Het is vervolgens aan de IBT-docent om deze inbreng te gebruiken voor de ontwikkeling van het trainingsprogramma. Deze leerstructuur stelt de docenten in staat om maatwerk te leveren voor het basisteam. Zo werd specifiek voor dit team een training ‘de-escalerend communiceren’ ontwikkeld, die met veel enthousiasme werd ontvangen.
Het actieonderzoek biedt de mogelijkheid om samen met praktijkprofessionals relevante en direct toepasbare tools te realiseren in de dagelijkse praktijk. Er zijn al een aantal overkoepelende lessen geleerd, bijvoorbeeld over het belang van voortdurende en herhaalde communicatie. Om de nieuwe IBT-benadering en de proeftuinen te laten slagen, moeten alle lagen van de politieorganisatie continu geïnformeerd worden. Anders bestaat het risico dat een onderwerp eenvoudig verloren gaat in de dagelijkse hectiek. Ook wordt herhaaldelijk de nadruk gelegd op de rol van vertrouwen tussen IBT-docenten en de basisteams. Het is van belang dat IBT-docenten goed in verbinding staan met het team dat ze ondersteunen, en dat gaat het best op de dagelijkse werkvloer. Maar dit vergt tijd en inzetcapaciteit, en daar kan de schoen wringen. Capaciteitsproblemen spelen binnen bijna alle lagen van de politieorganisatie een rol, ook bij het deel dat verantwoordelijk is voor operationele training en begeleiding.
Nog tot het einde van dit jaar loopt het actieonderzoek in de politieproeftuinen. Samen met de zeer gedreven en gemotiveerde IBT-docenten en coördinatoren gaan wij verder aan de slag voor een effectiever IBT-programma, zodat politieagenten beter zijn uitgerust om hun dagelijkse taken uit te voeren.
Karlijn Kooijman, onderzoeker NSCR
Referenties
Coghlan, D. (2019). Doing action research in your own organization. Sage.

